FAUVISME en EXPRESSIONISME
Studeer in:
Amy Dempsey, Encyclopedie van de Moderne Kunst, Stijlen - Scholen - Stromingen, Waanders Uitgevers, 2002 ISBN 90-400-90300, p.66-77 & p.94-97 David BRITT (red.), Moderne Kunst, Van Impressionisme tot Postmodernisme, Atrium, 1994, blz 109 -157 of in een ander degelijk
handboek
|
Fauvisme:
Voornaamste vertegenwoordigers:
Georges Rouault
Hoofdkenmerken fauvisme: Vormvereenvoudiging, grote kleurvlakken, felle kleurconstrasten, zwarte contourlijnen
In 1905 gaat de eerste
groepstentoonstelling van deze Franse schilders door in het Salon d'Automne
de Paris en verwekt meteen schandaal. De kunstcriticus Louis Vauxcelles gebruikt
de term "les fauves" ("de wilde dieren"), wat hen de bijnaam
"Fauvisten" oplevert. Bij deze eerste groep zijn o.a. Henri Matisse,
Andre Derain, Albert Marquet, Georges Rouault, Maurice de Vlaminck en Kees
van Dongen, die op dat moment zijn studio in de Bateau-Lavoir heeft en Pablo
Picasso's buur is.
Pas een jaar later sluit
ook Raoul Dufy zich aan bij deze Fauvisten.
Aanvankelijk schilderen de meesten van hen nog in impressionistische stijl. Maar tegen 1905 keren zij dit vocabularium de rug toe en gebruiken zij felle, contrasterende kleuren in grote kleurvlakken. Vaak zijn hun figuren met zware, zwarte contourlijnen afgebakend, wat de dieptewerking en dus de illusie van een derde dimensie vanzelfsprekend grotendeel teniet doet. Kees van Dongen was een van de eersten die deze stap zet en hij blijft ook zeer lang zo schilderen. In 1908 wordt hij zelfs lid van de Duitse expressionistische groep "Die Bruecke" (de Brug).
Henri Matisse tekent zich reeds vlug af als de woordvoerder en de voorman van de Fauvisten. Vier jaar na het Herfstsalon in Parijs formuleert hij in 1909 zijn credo: "Waar ik van droom is een soort evenwicht, van puurheid en sereniteit zonder zware of deprimerende thema's, een kunst die voor elke werker van de geest, of het nu een zakenman of een schrijver is, een soort rustgevende invloed betekent, een soort mentale kalmering, zoiets als een goede leunstoel waarin men uitrust van een zware dag."
Matisse blijft zijn leven lang kunst maken die schoonheid uitstraalt. Toen hij, oud geworden, niet langer kon schilderen, stapte hij over op het maken van grote, al dan niet abstrakte collages (vnl. jaren '50) in felle kleuren: zijn zgn. "gouaches decoupees" . Uit die periode dateren volgende uitspraken: "Ik vraag me niet langer af of en hoelang mijn werk na mijn dood zal standhouden." "De betekenis van wat ik schep, is gelegen in het feit dat ik het creeer, in de vreugde dat het werk mij schenkt. Mijn werk? Mijn spel. Ik speel en vervul mezelf al spelend; en moet het spel de speler overleven? De puurste speler is het kind, omdat het 1 is met het spel. Ook ik speel, met de schaar, als een kind, en ik vraag me evenmin als het kind af, wat er van het spel zal worden, dat mij zoveel heerlijke uren schenkt."
De meest extreme eend in de fauvistische bijt is Maurice de Vlaminck. In 1901 leert hij het werk van Vincent Van Gogh kennen en dit beinvloedt hem grondig, wat kleur en schilderstijl betreft. Hij gebruikt een zeer grove verftoets enis de meest "fauvistische" van alle "fauves". Van hem is de uitspraak "Met mijn kobalten en vermiljoenen wil ik de Ecole des Beaux Arts uitbranden."
Het Duits expressionisme:
Hoofdkenmerken Duits expressionisme: ongeremde gevoelsexpressie, niet beschrijvend kleurgebruik, vervormingen, vaak angstexpressie, pessimisme, collectieve gevoelens
Die Bruecke 1905 Dresden: een brug naar de toekomst
Voornaamste vertegenwoordigers:
***
Der Blaue Reiter 1911 Muenchen
Voornaamste vertegenwoordigers: zoektocht naar spiritualiteit verbindt de leden
***
Der Sturm 1910 Berlijn / Wenen: was zowel tijdschrift, kunstbeweging, galerie�
Voornaamste vertegenwoordigers:
***
DER BLAUE REITER:
Fragmenten uit:
Wassily Kandinsky: "Ueber das Geistige in der Kunst" 1912
("Over het Spirituele in de Kunst")
___________________________________________________________
Elk kunstwerk is een kind van zijn tijd, en zeer dikwijls, de moeder van onze gevoelens.
Iedere periode van een beschaving creeert een kunst die haar eigen is en die men nooit zal zien herboren worden. Pogen principes van de kunst van voorbije eeuwen te doen herleven kan slechts leiden tot een productie van doodgeboren werken.
(...) Werken die zo ontstaan zijn, missen voor altijd een ziel. Dergelijke imitatie lijkt op deze van apen. Wat het uiterlijke betreft zijn de bewegingen van een aap gelijk aan deze van een mens: de aap zet zich en houdt een boek voor de neus, bladert er zeer ernstig in. Maar deze mimiek heeft geenenkele betekenis.
Er bestaat een andere analogie tussen kunstvormen, die gebaseerd zijn op een fundamentele noodzaak. De gelijkenis van morele en spirituele tendenzen van een ganse periode (...)
Zo is, deels althans, onze sympathie ontstaan, en ons begrip voor de primitieven. Zoals wij zijn deze zuivere kunstenaars in hun werk enkel gebonden door de innerlijke essentie, iedere toevalligheid op die manier eliminerend.
Dit punt van innerlijk contact, ondanks zijn belangrijkheid, is slechts een punt. Na een lange materialistische periode, waaruit onze geest nu ontwaakt, is zij vol kiemen wanhoop en ongeloof, klaar om te verzinken in het niets. De verpletterende onderdrukking van de materialistische leerstellingen maakten van het leven van het universum een tevergeefse en misprijzende grap, en het is nog niet voorbij. De geest die nu ontwaakt is nog onder de indruk van deze nachtmerrie. Een klein lichend punt in een enorme zwarte cirkel.
Deze twijfel en pijn, ontstaan door de materialistische filosofie onderscheidt onze ziel van deze der primitieven.
(...) De toeschouwer vandaag de dag zoekt in een kunstwerk of een simpele imitatie van de natuur, die voor practische doeleinden kan dienen (bv. het portret in zijn meest banale betekenis), of een imitatie van de natuur die overeenstemt met een zekere interpretatie (de impressionistische schilderkunst).
De hedendaagse schilder bevindt zich in een totaal nieuwe situatie. De schilderkunst reikt nu verder dan de enge afhankelijkheid van de natuur. Indien we er ons vanaf vandaag zouden op toeleggen alle banden met de natuur te verbreken, indien we er ons zouden van losscheuren zonder twijfel, zonder mogelijke terugkeer achterwaarts, indien we er ons zouden mee tevreden stellen enkel zuivere kleuren te combineren met een vrij uitgevonden vorm, dan zouden de werken die we creeren ornamenteel, en geometrisch zijn, op het eerste zicht weinig verschillend van een das of een tapijt. Spijts alle pretenties van de pure estheten en van hen die in de natuur voor alles enkel schoonheid zoeken, is de schoonheid van kleur en vorm in de kunst geen doel op zich. Wij zijn nog niet ver genoeg gevorderd in de schilderkunst, om reeds diep onder de indruk te zijn door een compositie van totaal vrije vorm en kleur.
Zonder twijfel zou zich wel een zenuwachtige trilling voordoen. Toch heeft de menselijke geest een steeds sneller ritme aangenomen (...) We kunnen met zekerheid zeggen dat nog slechts weinig tijd ons scheidt van de zuivere compositie.
Indien we even een blik werpen op een palet vol kleuren, dan krijgen we een dubbel effekt:
1) vanuit een zuiver fysisch standpunt wordt het oog de kleur gewaar
2) deze activiteit wordt gedubbeld door een tweede psychische activiteit. De kleur verwekt een psychische triling. En zijn oppervlakkig fysisch effekt is feitelijk niets anders dan de stem die ertoe strekt de ziel te bereiken.
***
EXPRESSIONISME: voorbeelden van hun werken
Enkele VOORLOPERS: o.a.
Vincent Van Gogh
ZelfportretKerk van Auvers1890 Dr. Gachet's tuin
1885 De Schreeuw (houtsnede)1895-1902 Madonna (litho)1896 Avond/ Melancholie
Paul Gauguin
1889 Gele Christus1902 Barbaarse verhalen
FRANS FAUVISME bv.
Henri Matisse
1905 De Groene Streep1905 Open raam te Collioure1906 Luxury I1910 Stilleven met geranium1917 Blauw Naakt1951 Ontwerp voor boekomslag
Andre Derain
1906 Vrouw in hemd1905 Seine te Pecq
Kees Van Dongen
1904 - 1905 De Speech
Maurice De Vlaminck
1900 De Bartoog
Raoul Dufy
1906 Reklameborden te Trouville
Georges Rouault
Het heilige aanschijn1905 Bal Tabarin (waterverf en pastel)Versailles: de fontein (idem)
.
Duits Expressionisme:
Die Bruecke 1905 Dresden:
Erich Heckel 1909 Naakt op de sofa 1907 Baksteenbouw 1917 Zelfportret 1918 Zelfportret (kleurhoutsnede)
Karl Schmidt-Rottluff 1910 Pauze in de studio 1911 Noors Landschap 1913 Zomer
E. Nolde 1909 Laatste Avondmaal 1910 Kristus tussen de Kinderen 1910 Dans rond het gouden kalf 1910 idem (andere reproduktie)
Max Pechstein 1911 Naakt in een tent Otto Mueller 1922 (ca) Twee meisjes in het gras/riet (tempera)
DER BLAUE REITER 1911 Muenchen
Wassily Kandinsky
Paul Klee
Franz Marc
- Tyrol- 1914 Figuren in strijd
Alexei von Jawlensky
- 1909 Pioenen
August Macke
DER STURM 1910 Wenen / Berlijn
Lyonel Feininger
Max Beckmann
-1918-19 Nacht
Egon Schiele
- 1912 Voor mijn kunst en mijn geliefden zal ik alles dragen (potlood en waterverf)
Oskar Kokoschka
* * *
ga naar futurisme
ga verder naar kubisme
ga verder naar tentoonstelling zelfportretten in de 1e helft van de 20e eeuw
keer terug naar de inleiding of naar de inhoudstafel