Aan de vetten

Die vetzwammen, dat ossegebraad, de slijmkwallen

die hun vies overgewicht zelfs niet binnen de perken van hun zitplaats weten te houden.

De kwabben van hun billen, letale vetballons ter onderdrukking van hun naastbestaanden.

Die waggelende oliepullen, vestgemeste spekvarkens ontdaan van zelfs het kleinste sprietje libido,

tenzij het ware gericht op verstikking.

Die vervaarlijke vleesgevaartes steeds alleen op weg naar een verder gelegen amechtig hechtpunt

voor hun zwaartekracht.

Hun vraatzucht om als een allesvretende stofzuiger het viestste vet van alle soep te vreten.

Die enorme vrat op wat het schone van een lichaam wezen kan.

De mestvaalt van bachus,

de anus van dionysos.

 

Godfried-Willem Raes

terug naar de poezie selektie pagina naar index Godfried-Willem Raes