- Interview 
          Godfried-Willem Raes
 
        
         
        - In elke 
          nieuwsbrief verschijnt een interview met een medewerker, docent of student 
          aan het Conservatorium. Deze maand praten we, in het kader van de "Week 
          van de Hedendaagse Muziek", met Dr. Godfried-Willem Raes. Hij leidt 
          ons rond tussen een ongelofelijke verzameling instrumenten die enorm 
          tot de verbeelding spreken.
 
        
         
        - Godfried-Willem, de meeste 
          docenten en studenten kennen jou, maar kan je ons toch iets meer vertellen 
          over jezelf?
 
        
         
        - Godfried-Willem: 
          Op zesjarige leeftijd startte ik met pianolessen aan het Conservatorium 
          en al vanaf mijn zestiende had ik een enorme interesse en voorkeur voor 
          hedendaagse muziek. Vanaf dat moment legde ik me ook bijna uitsluitend 
          toe op het uitvoeren en componeren van nieuwe muziek. In mijn doctoraat 
          over "Bewegingsgestuurde instrumenten" , gesteund op eigen 
          onderzoek in sonar- en radartechnologie, bestudeerde ik hoe men de expressieve 
          micromotoriek van mensen kan aanwenden voor het rechtstreeks aansturen 
          van klanken.
 
        - Op het 
          ogenblik dat Johan Huys directeur werd van het Conservatorium, werd 
          er meer en meer aandacht besteed aan nieuwe muziek. Hij overtuigde me 
          om er hedendaagse kamermuziek te komen geven en later ook het vak compositie, 
          waarbij ik me toelegde op experimentele en algoritmische muziek. Op 
          dit moment doceer ik in het Conservatorium akoestiek voor de componisten, 
          producers en instrumentenbouwers en ook nog steeds compositie.
 
        
         
        - Dit 
          jaar draait de "Week van de Hedendaagse Muziek"; rond microtonaliteit. 
          Vanwaar deze beslissing?
 
        
         
        - Godfried-Willem: 
          Dit is naar aanleiding van mijn onderzoeksproject over het uitbreiden 
          van expressiemiddelen en het sleutelen aan toonsystemen en het instrumentarium. 
          In het kader van dit onderzoek heb ik een kwarttoonsorgel gebouwd, <Qt> 
          genaamd. Het is gebaseerd op het principe dat we een octaaf onderverdelen 
          in 24 i.p.v. 12 gelijke tonen. Alois Haba en Yvan Wiesniegradski 
          schreven reeds muziek met kwarttonen, maar deze werd bijna nooit uitgevoerd 
          omdat er nagenoeg geen kwarttoonsinstrumenten voorhanden waren enerzijds 
          en omdat de inspanningen voor de spelers te groot bleken. Er bestaan 
          enkele kwarttoonsfluiten, pianos en klarinetten, maar dat is natuurlijk 
          zeer beperkt naar uitvoering toe. De oplossing was dus het zelf bouwen 
          van een kwarttoonsinstrument dat gemakkelijk kon worden gebruikt.  
        
 
        - Niet in het minst omwille 
          van de standvastigheid in de stemming werd gekozen voor het bouwen van 
          een pijporgel. De verschillende mogelijkheden om het instrument te bespelen 
          werden onderzocht (het ontwikkelen van een ander soort klavier, het 
          gebruiken van twee verschillende klavieren, het bespelen door twee muzikanten), 
          maar uiteindelijk bleken hierbij verschillende problemen naar boven 
          te komen. De studietijd om een vreemd klavier onder de knie te krijgen 
          was bvb. te lang, of compositorisch werd het allemaal te ingewikkeld. 
          Uiteindelijk werd gekozen voor het gebruik van een computer om het instrument 
          te bespelen, hoewel ook manuele bespeling perfekt mogelijk is.
 
        
         
        - Heb je dan niet het probleem 
          dat elke uitvoering identiek dezelfde is? Wat gebeurt er dan op het 
          vlak van interpretatie?
 
        
         
        - Godfried-Willem: 
          Elke uitvoering is toch anders doordat het aanspreken van de pijpen 
          nooit identiek verloopt. Ook de interactie met de ruimte is elke keer 
          helemaal verschillend. Men kan nooit twee keer op net dezelfde manier 
          een pianotoets indrukken, en ook bij dit instrument is dit het geval. 
          Het blijft zuiver akoestisch geluid.
 
        - De componist 
          die van de komputer gebruik maakt, neemt hier evenwel meteen ook een 
          aantal taken en vantwoordelijkheden die vroeger exclusief de interpreet 
          toekwamen, voor zijn rekening. Laat hij dit na, dan kan het inderdaad 
          erg mechanisch klinken. Maar, hij kan ook live performen en interpreteren 
          door middel van een klavier dat toegevoegd kan worden, of via andere 
          interfaces en sensoren. Er kunnen wijzigingen gebeuren binnen tempi, 
          dynamiek, legato/staccato enz. De componist kan ook beslissen om slechts 
          beperkte informatie in te geven, zoals enkel de syntaktische samenhang, 
          waarbij de komputer dan voor de uitwerking in noten en intervallen instaat. 
          Daar komen we op het terrein van de interaktieve algoritmische kompositie, 
          een gebied waarbinnen kunst, technologie en wetenschap nauw hand in 
          hand gaan.
 
        
         
        - Kan je ons de mogelijkheden 
          van het kwarttoonsorgel in het kort uitleggen?
 
        
         
        - Godfried-Willem: 
          Zoals ik al eerder zei, delen we nu het octaaf in in 24 perfect 
          gelijkzwevende tonen ipv in 12. Dit heeft als gevolg dat we heel wat 
          meer akkoorden kunnen bouwen: andere drieklanken, akkoorden met vier 
          tertsen,… In de klassieke muziek bestaan er in totaal 4096 verschillende 
          veelklanken. In het systeem met kwarttonen gaat dit kwadratisch omhoog 
          met meer modi en klankkleuren tot gevolg. De klank van het kwarttoonsorgel 
          <Qt> klinkt ons niet zo vertrouwd in de oren, mensen hebben zelfs 
          de neiging om te zeggen dat het vals klinkt, maar als je er een tijdje 
          naar luistert, zoals dat ook in de "Week van de Hedendaagse Muziek" 
          het geval zal zijn, dan passen je oren zich na een tijdje automatisch 
          aan.
 
        - Enkele 
          voordelen van dit orgel zijn de verplaatsbaarheid, in tegenstelling 
          tot het orgel dat men in de kerk terugvindt, en ook de tessituur van 
          zes i.p.v. vijf octaven. Het gebruik van twee windladen zorgt er niet 
          alleen voor dat het een compact instrument is, maar geeft ook extra 
          mogelijkheden zoals aparte tremulanten en verschillende luchtdrukken. 
          Ook aanslaggevoeligheid, iets wat in traditionele orgels bijna ondenkbaar 
          is, werd hier ingebouwd.
 
        
         
        - De hedendaagse muziek 
          evolueert zeer snel. Waar denk je dat de toekomst van de nieuwe muziek 
          ligt?
 
        
         
        - Godfried-Willem: 
          Ik ben natuurlijk Madame Soleil niet, maar ik denk dat we de toekomst 
          toch in de automatisering zullen vinden. We willen meer vat krijgen 
          op de klanken zelf en de elektronica biedt ons natuurlijk een grote 
          waaier aan mogelijkheden. De technomuziek zou bijvoorbeeld ondenkbaar 
          zijn zonder het bestaan van de automatisering.
 
        - Xenakis 
          was een van de eerste componisten die werkten met computers, maar uiteindelijk 
          werd zijn werk toch nog uitgevoerd door een groot orkest. Het is dan 
          ook essentieel dat nieuwe instrumenten ontwikkeld worden die zich lenen 
          voor automatische bespeling. Ik heb slechts vijf collegas over de hele 
          wereld die bezig zijn met mechanische, computergestuurde, akoestische 
          -dus zonder het gebruik van luidsprekers- instrumenten. Het is een veel 
          moeilijker weg dan die van de elektronische syntheze, maar wel een die 
          in zich onnoemelijk meer verleidingskracht bezit. Omdat we met muziek 
          nog steeds ons publiek willen verleiden, is het noodzakelijk dat er 
          magie is, dat het koncert meer is dan reproduktie. Daarin ligt de mislukking 
          van de elektronische muziek op sociologisch vlak besloten. Bijna niemand 
          is in staat om in een concertzaal naar enkel gereproduceerde elektronische 
          muziek te luisteren. Het is een virtuele werkelijkheid. Akoestische 
          automaten maken de klank weer helemaal reeel.
 
        - Compositie, 
          interpretatie, instrumentenbouw en improvisatie zullen in deze ontwikkeling 
          dan ook meer en meer op één continuüm komen te liggen.
 
        
         
        - De hedendaagse muziek 
          vormt een belangrijke missie voor het Conservatorium. Welke eigenschappen 
          moeten toekomstige studenten volgens u hebben?
 
        
         
        - Godfried-Willem: 
          Ik denk dat -in het kader van de nieuwe muziek- het belangrijk is 
          studenten te 'rekruteren' uit het gewone onderwijs, met voldoende kennis 
          op het vlak van wiskunde en informatica. We moeten weg van de commensuraliteit, 
          de competitie van bvb. de Elisabethwedstrijd, waar steeds gemeten wordt 
          en we ons moeten conformeren naar de vastgelegde normen.
 
        - Het is 
          belangrijk dat een kunstenaar zich autonoom ontwikkelt en een grote 
          dosis originaliteit bezit. Dat veronderstelt echter ook een grote kennis. 
          Dit zijn ook belangrijke eigenschappen van onze studenten: originaliteit, 
          creativiteit en een grote persoonlijkheid.
 
        
         
        - Bedankt voor dit interessante 
          gesprek en veel succes met de "Week van de Hedendaagse Muziek".
 
        
         
        
         
        
         
        
         
        - Gent, 25.02.2008