Koncertberichten
Pierrot Lunaire
door Warped Time Ensemble
I.s.m. School of Arts
Donderdag 11 oktober 2012, 20u
Programma:
- Arnold Schönberg: Pierrot Lunaire, opus 21 (Dreimal sieben Gedichte aus Albert Girauds Pierrot Lunaire)
- Arnold Schönberg: Brettl Lieder
- Jeroen De Brauwer: Pierrots Lunar Escape
Pierrot Lunaire heeft, in zijn honderdjarig bestaan een dermate grote invloed uitgeoefend op komponisten, uitvoerders en teoretici uit allerhande strekkingen, dat we ons beperken tot een summiere samenvatting van het historisch belang van dit stuk. Op 12 maart 1912 begon de Weense komponist en muziekteoretikus Arnold Schönberg (1874-1951), in opdracht van zangeres-kabaretière Albertine Zehme, te schrijven aan wat wellicht zijn meest befaamde opus zou worden; een liedcyclus voor mezzosopraan en instrumentaal ensemble op 21 gedichten van de Belgische dichter Albert Giraud. Die had in 1884 een serie van 50 gedichten gewijd aan Pierrot, de archetypische clown uit de Commedia dell' Arte. De Duitse dichter Otto Erich Hartleben publiceerde er in 1892 een vrije bewerking van in het Duits, en distilleerde daar een cyclus van 21 gedichten uit, waarvan 2 geheel door hemzelf werden geschreven. Hij wijzigde de volgorde, liet enkele personages weg en publiceerde de bundel tot slot onder de titel Pierrot Lunaire, vrij vertaald: 'De Maanzieke Pierrot'.
De bundel bestaat uit 3 groepen van telkens 7 gedichten. In de eerste groep zingt Pierrot voornamelijk over liefde, seks en religie. In de tweede groep zijn geweld, misdaad en heiligschennis aan de beurt. De derde groep verhaalt over zijn terugkeer naar Bergamo en het historisch verleden dat hem, als zinnepop, onvermijdelijk op de hielen zal blijven zitten. De makabere, symbolistische gedichten zijn geschreven in een specifieke rondo-vorm waarin per gedicht steeds de eerste, middelste en laatste regel ongeveer gelijk zijn.
Pierrot Lunaire werd door Schönberg getoonzet als een liedcyclus/melodrama waarin de grens tussen ernst en spot nauwelijks meer te trekken valt. Uit 's mans dagboekfragmenten komen we te weten dat hij er op een volstrekt onregelmatige basis en vaak in totale bezetenheid aan moet gewerkt hebben. Soms liet hij het manuskript wekenlang ongemoeid, dan weer komponeerde hij 48 uur aan een stuk door.
De verteller in Pierrot Lunaire (een ongespecifieerd stemtype, dat doorgaans door een sopraan wordt vertolkt) 'zingt' van begin tot einde in de karakteristieke Sprechgesang-stijl. Dit is een zangtechniek die zich, zoals de term aangeeft, situeert tussen spreken en zingen in. De zangpartij is volledig van noot tot noot genoteerd, maar de zanger kan, na het aanzetten van de voorgeschreven toonhoogte, naar boven of beneden afbuigen waardoor een vrij natuurlijk spreektimbre wordt benaderd. Door de atonale, uiterst ekpressionistische muziek komen de gedichten, al dan niet met de walmen van het Duitse kabaret nog om zich heen, buitengewoon goed tot leven.
Het werk is atonaal, maar een konsekwente twaalftoonsreeks valt nergens in Pierrot te bespeuren. Voor een strikt systematisch toepassen van de reekstechniek en de (ronduit kortzichtige) boutade dat de hegemonie der Duitse muziek voor de komende 100 jaar festgestellt ist, moeten we bij Schönberg nog 8 jaar wachten.
Op 9 juli werd het manuskript voltooid en de première van het 40 minuten durende melodrama vond, na niet minder dan 40 repetities, plaats in de Choralion-Saal in Berlijn. Dat was op 16 oktober 1912 met, zoals afgesproken, Albertine Zehme in de rol van Pierrot. De reakties van het publiek waren gemengd; Anton Webern was erbij en rapporteerde veelvuldig gelach, gemompel en hier en daar onverholen verontwaardiging. De tweede keer dat het stuk werd gespeeld, was het een regelrecht sukses. Luttele jaren later omschreef Igor Stravinsky, Schönberg's tijdgenoot (en uitgesproken rivaal) Pierrot Lunaire als 'the Solar Plexus of modern music'.
Schönberg had een bijzondere voeling met (muzikale) getalsymboliek en werkte dit uit in vele facetten van de kompositie: gebruik van 7-toonsmotieven, 7-tonige akkoorden, een ensemble dat -inklusief dirigent- uit 7 mensen bestaat, ... Het stuk is tevens zijn 21ste opus, bevat 21 gedichten en werd begonnen op 12 maart (3) 1912. Andere sleutelgetallen zijn 3 en 13; elk gedicht bestaat uit 13 verzen (2 stanza's van 4 en een stanza van 5 verzen) waarbij het eerste vers van elk gedicht 3 maal voorkomt, op respektievelijk lijn 1, 7 en 13. Muzikaal gezien hanteert de komponist tal van klassieke vormen en technieken waaronder canon, fuga, rondo, passacaglia en vrij kontrapunt. In het ensemble zelf zorgt hij voor een doorlopende variatie van de ingezette instrumenten, dat alles volledig in het teken van de klank- en toonsymboliek.
Pierrot is een werk met vele onderliggende paradoksen: de musici worden zowel als solisten én als orkest ingezet, Pierrot is zowel held als underdog, de zang is evengoed spraak, het kabaretgehalte ligt even hoog als het kunstliedgehalte, en het geheel is zowel teater- als koncertstuk. Pierrot's rol is mannelijk, maar wordt steevast door een vrouw vertolkt, die op zijn (haar?) beurt switcht tussen de eerste en derde persoon. Pierrot zingt met andere woorden afwisselend uit en over zichzelf. Tegenwoordig is Pierrot Lunaire een standaardwerk van de modern-klassieke muziek.
Een iets andere -vroegere- Schönberg komen we tegen in de Brettl Lieder (letterlijk: kabaretliederen) uit 1901. Het zijn 8 licht expressionistische stukken voor stem en klein ensemble die hij schreef voor Ernst von Wolzogen's Buntes Theater, een lokaal gezelschap in Berlijn. Nog vrij tonaal van aard, blinken ze vooral uit in humor, sarkasme en een bijzonder eigen gevoel voor Schwung (een ervan handelt over een verliefd stelletje dat over Cupido in eigen persoon als koetsier beschikt). De teksten zijn van de hand van Frank Wedekind, Emmanuel Schikaneder, Hugo Salus en Richard Dehmel. Schönberg poogde erin om grootwereldse opvattingen aan de man te brengen met een bewust eenvoudig gehouden toonspraak.
Genoeg muziekhistorische bedwelming nu; op 11 oktober is het woord aan volgende ManaMa-studenten van het Gentse konservatorium: Anna Pardo Canedo (Sprechstimme), Lukas Huisman (piano), Claudia Ibarra (viool), Annelies Heyvaert (fluit), Sabine Schmitz (klarinet), Eline Duerinck (cello) en Benjamin Glorieux (direktie), samen het Warped Time Ensemble.
Alvin Lucier & Luc Ferrari
Pianorecital door Reinier Van Houdt
Donderdag 18 oktober 2012 om 20u
Programma:
- Alvin Lucier: Still Lives, selektie (1995) - piano en 3 oscillatoren - 12'
- Jacq Palinckx: The Three Dreams of Mr Findlater - in black and white (2011) (opgedragen aan RVH) - 30'
- Luc Ferrari: 36 Enfilades (1985) - piano en klankband – 33'
Reinier Van Houdt (www.reiniervanhoudt.nl) studeerde piano aan de Liszt-Akademie in Budapest en het Koninklijk Konservatorium in Den Haag. Hij speelde premières van werk van Robert Ashley, Alvin Curran, Maria de Alvear, Charlemagne Palestine, Francisco López, Kaikhosru Shapurji Sorabji, Scanner, Jerry Hunt, Yannis Kyriakides, Giacinto Scelsi en vele anderen. Hij werkte persoonlijk samen met komponisten als John Cage, Luc Ferrari, Alvin Lucier, Olivier Messiaen, met theatergezelschap Hotel Modern, Andcompany&Co en is medeoprichter van ZOOGDIER, een muziektheatergezelschap waarmee hij drie voorstellingen maakte. Daarnaast is hij één van de drijvende krachten achter Ensemble MAE en is hij pianist in het Ives Ensemble.
Van Houdt houdt van persoonlijke samenwerkingen met komponisten, van speurwerk in archieven, van het 'ensceneren' van koncertprogramma's en ook de klassiekers uit het pianorepertoire ontsnappen niet aan zijn onkonventionele blik. En hij werkt dit niet alleen uit op zijn vertrouwde piano: al even vaak moeten samplers, Indisch harmonium of analoge synthesizers eraan geloven. Met al dit fraais was hij was te zien op podia als de Knitting Factory (New York), Queen Elizabeth Hall (Londen), DOM (Moskou), Setagaya Gallery (Tokyo), Paradiso (Amsterdam), Apollohuis (Eindhoven), de New Library in Alexandrië (Egypte), Mills College (Oakland), Music Gallery (Toronto), HAU (Berlijn) en last but not least een paar keer bij Logos.
Luc Ferrari's 36 Enfilades was oorspronkelijk begonnen als een muziekteatervoorstelling voor pianist en bandrecorders. Later is Ferrari's opvatting van teater bijna helemaal verschoven naar dat wat zich in de muziek zelf afspeelt.
"They start and they are already finished. Sometimes they do not even start, do not have a beginning. Then, is it a Suite? Maybe it's a theatre? Is this the old dream of never finishing or of always starting all over again? And then, the ideas which pass so quickly, and then the desire to take up again the ideas already given and then the pleasure of transforming them as themes which give a rhythm to the travel. Then, finally, these small pieces make a large one" (Luc Ferrari)
Luc Ferrari is een van de zeldzame komponisten die erin slaagt vrij abstrakte elektronische muziek alsnog een natuurlijk cachet te verlenen. Niet het ambacht om klanken tot over de grens van herkenbaarheid te processen is voor hem van belang, wél hun audtieve impakt, hun verhaal. Vaak ligt een onuitgesproken 'drama' onder het muzikaal discours. Het is een soort musique concrète die in de eerste plaats toch in al zijn facetten blijft spreken tot de toehoorder.
Still Lives uit 1995 volgt een vrij typisch Alvin Lucier-koncept, i.e. aangehouden, zuivere sinustonen die gestaag worden gelanceerd en tegen elkaar afgezet, waardoor de ontstane zwevingen een zekere ritmiek gaan suggereren. De pianist beinvloedt die ritmiek door hier en daar een paar schaarse noten aan te slaan, die gaan interfereren met de zwevende tonen. Zoals de komponist het zelf stelt: “Still Lives is a work which employs the phenomenon of audible beating as a structural component. For Still Lives I had decided to write a suite of eight short movements. For the shape of each movement I simply looked around my house and selected images and objects that came into my line of vision, including the hammock strung between two trees in my back yard, a diamond of sunlight on the living room floor, a pair of chopsticks lying on the kitchen counter. I drew the shapes on paper, with precise timings and pitch information, and sent them to Bob Bielecki who programmed them on a computer and recorded the waves on DAT tape. I copied the shapes on music paper, then notated pitches for the piano which would cause audible beating: the near-unison, and, because of their strong overtones, the near-octave and -twelfth below the sounding waves. The piano tones are notated simultaneously with the waves against which they are to beat, but the pianist is free to anticipate or delay them, causing more varied forms of beating.“ (Alvin Lucier)
Jacq Palinckx' The Three Dreams of Mr. Findlater (in black and white) ontleent zijn titel rechtstreeks aan een Hitchcock-presents-TV-aflevering uit de jaren vijftig. In die aflevering heeft de hoofdpersoon (Mr. Findlater) telkens dagdromen. Gaandeweg worden personen en situaties in die dagdromen werkelijker voor hem dan die in wakende toestand. Bovendien beginnen in zijn dromen de personages te fantaseren over hoe ze de realiteit willen veranderen.
“In mijn kompositie is de pianist Mr. Findlater. In deel 1 en 2 bouwt hij al mijmerend een eigen muzikaal universum op, waarbij hij telkens verstrikt raakt in een situatie die hem bijna boven het hoofd groeit. Deel 3 begint heel resoluut, maar de muzikale geesten uit de vorige delen blijven hem achtervolgen. De ondertitel (in black and white) refereert naar twee dingen: het feit dat ik het stuk geschreven heb als een soundtrack voor een niet-bestaande surrealistische zwartwit-film en als verwijzing naar de witte en zwarte toetsen van de piano. Gedurende het eerste driekwart van het stuk geldt er een onverbiddelijke wet: als de ene hand op de witte toetsen speelt moet de andere hand op de zwarte spelen. ” (Jacq Palinckx)
Jacq Palinckx is sinds 1981 zowel als gitarist en als komponist aktief. Hij richt in 1983, samen met broer/bassist Bert Palinckx, een eigen groep op die vooral bekend werd onder de naam 'Palinckx'. Hij was verder aktief in vele groepen zoals Big Bamboozle, Guus Janssen Septet, Maarten Altena Ensemble en Beukorkest. Speelde in ad hoc-improvisatiegroepen met o. a. Evan Parker, John Zorn en Eugene Chadbourne.
Palinckx schreef muziek voor o. a. het Aquarius-ensemble, het Asko Ensemble, pianotrio Tivoli en het Mondriaankwartet. Onlangs ging de avondvullende Radio Show Radio Quatch! in premiere, gemaakt voor het VocaalLAB en de broers Palinckx. In 1992 krijgt hij van de Stichting Jazz in Nederland de Podiumprijs. Hij ontvangt een meerjarig stipendium van het Fonds Podiumkunsten.
Reinier Van Houdt
DOK - Darkroom
Zaterdag 20 oktober 2012, 17u30-22u
Wetenschappelijk-artistiek experiment ... in volstrekt duister.
Op zaterdag 20 oktober is het zover: 14 artiesten dalen af in een voormalige atoomschuilkelder in de oude dokken van Gent. In volstrekt duister zullen ze, puur op het intuïtieve af, onophoudelijk gaan tekenen. Ondertussen kan het publiek lezingen bijwonen over kreativiteit in onze hersenen en zintuiglijke waarneming. Of in real time via infraroodbeelden kijken naar de kunstenaars en hun kreaties. Er kan ook geluisterd worden naar een instant kompostie op basis van hersengolven die door onze medewerkers Kristof Lauwers en Laura Maes wordt verzorgd. De infraroodbeelden worden nadien door de studenten van de filmafdeling van de akademie Wetteren gemonteerd tot een definitief dokument, dat nadien wordt gëevalueerd met een wetenschappelijk team en de kunstenaars. Tot slot komt de evaluatie als een visietekst op de website, ondertekend door de kunstenaars en de initiatiefnemers.
Het blind tekenen, de experimentele muziek en de infraroodbeelden leveren ongetwijfeld bijzonder beeldmateriaal op en zal ons hopelijk nieuwe inzichten geven in het onstaan van de perceptie van de tekenaar, en de kontrolefunktie van het brein in dit proces.
DARKROOM vindt plaats in DOK GENT (www.dokgent.be), op de kruising van de Koopvaardijlaan en Afrikalaan. Reserveren kan via darkroomghent@hotmail.com. De officiele opening is om 17u30, en tot 21u30 kan u doorlopend de projektie van de hersenscans (EEG), infraroodbeelden en experimentele muziek van Kristof en Laura bijwonen. Om 21u30 volgt de vernissage: in kleine groepjes wordt u begeleid in de bunker.
<M&M> Spektraal
Woensdag 24 oktober 2012, 20u
Robotorkest olv. Godfried-Willem Raes
De robots gaan deze maand op ontdekkingstocht in de wereld van de spektrale muziek, een vrij substantiële strekking die het aanschijn van de nieuwe muziek in de 2de helft van de 20ste eeuw onmiskenbaar tekende. Het is muziek waarin het boventoonsspektrum van een klank systematisch wordt gebruikt om het toonhoogtemateriaal mee te bepalen. Simpel gesteld: een boventoonsspektrum is een amalgaam van tonen die meeklinken bij een akoestische grondtoon. Aan de hoeveelheid en de respektievelijke sterkte waarmee die boventonen meeklinken, ontleent elke toon zijn identiteit. Een trompet, een viool, een vibrafoon en een sopraan kunnen bijvoorbeeld allemaal eksakt de middendo op het pianoklavier spelen, en toch zullen we bij het horen van diezelfde toon perfekt kunnen uitmaken welk instrument die speelt. Dat komt door de boventonen.
Spektrale muziek kwam in zwang vanaf de jaren '70 van de vorige eeuw. Vroeger was dit zowat het eksklusief domein van de traditionele orkesten en van de elektronische muziek. Komponisten als Tristan Murail, Maurice Ohana, Gerard Grisey en bij ons Luc Brewaeys gingen zich interesseren voor dit akoestisch fenomeen en gingen struktureel aan de slag met de samenstelling van het ideale (lees: platonische) boventoonsspektrum. Spektrale muziek heeft daardoor volgende kenmerken: ze is vaak vrij statisch van aard, mikrotonen krijgen hun funktionaliteit terug (in het ideale spektrum zijn ze schering en inslag) en ten derde is het muziek die zich als geen ander leent tot het gebruik van orkestkoloriet.
Op dit koncert maakt u enkele premieres mee, waaronder niet alleen de definitieve introduktie van de nieuwste klarinetrobot <Klar> en de geheel vernieuwde fagot <Fa>, maar we hebben nog een andere primeur: een recent werk van Luc Brewaeys, Hermesfanfare werd georkestreerd voor het <M&M> robot orchestra door zijn oud-student Sebastian Bradt.
Ons vertrouwde, inmiddels 50 geautomatiseerde leden tellend robotorkest krijgt bijdragen van volgende artiesten: Dominica Eyckmans, Emilie De Vlam, Sebastian Bradt, Xavier Verhelst, Kristof Lauwers, Helen White en Moniek Darge. Artistieke leiding en instrumentenbouw: Godfried-Willem Raes.
ISCM World Music Days bij Logos
Dinsdag 30 oktober 2012, 13u30 en 15u
Programma:
- Jens L. Thomsen (FO) – Orka
- Fred Momotenko (Nl) - Dust aginst the Wind
- Rodrigo Cádiz (Cl) – Ritmos Circadianos
- Christian Blom (DK): al Khowarizmis Mekaniske Orkester (installatie)
en orkestraal werk van Kristof Lauwers, Sebastian Bradt en Godfried-Willem Raes
De World Music Days, de jaarlijkse meeting van de International Society for Contemporary Music (ISCM), is méér dan een zoveelste festival dat telkens door een andere afdeling wordt georganiseerd. De World Music Days zijn tegelijkertijd ontmoetingsplaats, venster op de wereld én een unieke gelegenheid om de Nieuwe Muziek-sektor internationaal in de spotlights te zetten. Een wereldtentoonstelling voor nieuwe muziek, zeg maar. Na Hongkong, Litouwen, Zweden, Australië en Kroatië, krijgt ISCM-Vlaanderen de kans om in 2012 dit mega-event te organiseren. En dit jaar worden de tenten ook opgeslagen bij Logos in Gent.
Hier kon dus Stichting Logos, hét pilootcentrum voor vernieuwende muziek bij uitstek, uiteraard niet op ontbreken. Internationaal geselekteerde komponisten zoals de getalenteerde Fred Momotenko schreven voor deze wereldmuziekdagen een kreatie voor het Logos robotorkest. 'Diversity' en 'Global Showcase' zijn de sleutelwoorden. Zo krijgt u werk te horen dat bestaat uit inzendingen van de nationale ISCM-sekties (geselekteerd door een jury): van Chili tot de Faeröer-Eilanden. Dit programma wordt aangevuld met werk van de Logos-komponisten. Ook Mekaniske Orkestar, een (automatisch) installatieprojekt van Christian Blom wordt opgesteld in onze nieuwe ruimte naast de tetraeder. Die valt vanaf maandagnamiddag (14 tem. 17u) te bezichtigen, en aansluitend doorlopend op dinsdag.
Fred Momotenko
<M&M> te gast op Samhain
Woensdag 31 oktober 2012, doorlopend
ism. Vzw Musica (Neerpelt)
Bij de overgang van herfst naar winter vierden de Kelten op 31 oktober hun nieuwjaarsfeest Samhain. Nadat alles was klaargemaakt voor de winter, ging ook de aarde rusten om zich voor te bereiden op een nieuw begin. Volgens de traditie stonden op dat moment de werelden van levenden en doden het dichtst bij elkaar. Samhain was dan ook een feest ter verering van de doden en het begin van de winter. In de vroege middeleeuwen werd het gekerstend tot Allergeiligen/ Allerzieligen en aan de overzijde van De Grote Plas veramerikaniseerd en gekommercialiseerd tot Halloween.
Maar vandaag de dag is Samhain ook de naam van een tweejaarlijks muziekfeest rond licht en duisternis. Op initiatief van artistiek direkteur Paul Craenen van Vzw Musica (Impulscentrum voor Muziek) werden uiteenlopende muziekgroepen uitgenodigd voor allerhande performances, licht-spektakels en teateropvoeringen. Het is een vorm van zogenaamde community art: kunst voor en door de omgeving. De resultaten zijn te bezichtigen in Klankenbos, Provinciaal Domein Dommelhof, Neerpelt en de ruime omgeving daarrond.
De editie van 2012 heeft als tema "schaduw", en Stichting Logos levert hier een bijdrage aan met drie kleinere muziekrobots (Korn, Snar en Toypi) die interaktief via de picradars zullen bespeeld worden. Ze zullen reageren op de dynamiek van de bezoekers, en hun bewegingen bij wijze van spreken 'schaduwen'.
|