Koncertberichten
ArtBots – Robo Demo
zaterdag 8 oktober om 20u
Demo-voorstelling in het kader van ArtBots - vrije toegang!
De jaarlijkse ArtBots Robot Talent Show gaat in 2011 door van vrijdag 7 tem. zondag 9 oktober, telkens van 10 tot 18u. Ook Stichting Logos levert, als hoogtechnologisch muziekcentrum, ook dit jaar een serieuze bijdrage. En dat doen we op tweeërlei manieren.
Vooreerst kunt u onze verwezenlijkingen bewonderen op een tentoonstelling die doorgaat in de 'UFO' (universiteitsgebouw Gent, Sint-Pietersnieuwstraat 35 - dagelijks geopend van 10u tot 18u); u ontdekt er de talenten van 10 internationale kunst(producerende) robots, inklusief eentje uit ons <M&M> Robotorkest. In de Logos Tetraeder zelf (inmiddels Bomastraat 24-28 - jawel, we ekspanderen) openen we de koncertmaand dan weer met volgende 'special': op zaterdag 8 oktober om 20u kunt u namelijk een Robo Demo (interaktief demonstratiekoncert) bijwonen. U krijgt uitgewerkte demonstraties van interaktieve toepassingen, inklusief een luik uit onze Namuda-diptiek van juli, waarvoor we beroep doen op danseres Emilie De Vlam.
Wip dus gerust binnen op deze Robo Demo met vrije toegang -inkluis een uitgebreide vraag-, kommentaar- en antwoordsessie- en stel alle vragen die je nooit durfde stellen. Bouwer en ontwerper Godfried-Willem Raes staat voor u paraat, evenals komponist-programmeurs Kristof Lauwers en Sebastian Bradt.
(Meer info op: http://artbots.org/2011)
ZWERM (NL/BE) – Timestretch
donderdag 13 oktober om 20u
Programma:
- Larry Polansky: Tooytoods
- Hans Roels: Chunks & Streams
- Guy De Bièvre: nieuw stuk
- James Tenney: Septet
- Philip Glass: Music in Similar Motion
- Larry Polansky: Ontslaan
Het Belgisch/Nederlands elektrische gitaren-kwartet ZWERM (www.zwerm.be) werd opgericht in 2007. Het kwartet ontstond vanuit een gezamenlijke brede interesse voor nieuwe muziek: gekomponeerd, geïmproviseerd, experimenteel en performatief. De raakpunten tussen al deze elementen van de muziek van deze tijd moesten worden uitgewerkt, de loutere ekspositie ervan was niet vanzelfsprekend.
De elektrische gitaar is in de twintigste eeuw het instrument gebleken van de zogenaamde 'low culture' en underground (pop)muziek. Pas vrij recent heeft het instrument ook in de gekomponeerde (kunst)muziek zijn weg gevonden (zie Seth Josel, Mark Didkovsky, Larry Polansky, Marc Ribot, e.v.a.).
Toch lijkt de kloof tussen deze twee werelden nog steeds onnodig groot. ZWERM werkt in beide richtingen, zonder om te kijken naar de voormalige grenzen tussen 'high' en 'low culture'. ZWERM legt verbanden, plundert tradities en navigeert tussen de veelheid van stijlen, opvattingen en podia die de muziek van vandaag kenmerkt.
De muzikanten, Johannes Westendorp, Bruno Nelissen, Matthias Koole en Toon Callier spelen werk van Larry Polansky, James Tenney, Hans Roels, Guy De Bièvre en Philip Glass, dat als hoofdkenmerk heeft: een fokus op tijdservaring door middel van klank. Niet langer dan twee sekonden duurt bijvoorbeeld een enkele Tooytood van Larry Polansky. En toch passeren er nog altijd meer noten dan in Music in Similar Motion van Philip Glass, dat zeker vierhonderd keer zo lang duurt. Niet alleen klank, maar ook tijd is een element dat muzikaal kan worden ingezet. Timestretch diept de korrelatie tussen tijd & klank op een bijzonder originele manier uit.
Ook oud-medewerker van Logos Hans Roels heeft in opdracht van Hogeschool Gent, en kaderend binnen zijn onderzoek naar (hyper)polyfonie aldaar, een nieuw stuk voor ZWERM geschreven dat op dit koncert in première gaat. Hier volgt een korte toelichting door Hans zelf:
"Chunks & Streams wordt beheerst door een kontinue flow van heterogene muziekteksturen en muzikale gebeurtenissen die elkaar opvolgen in de tijd of zelfs gewoon over elkaar heen worden gelegd. Geleidelijke transformaties en verschuivingen binden al die gebeurtenissen tesamen. Grotere brokken muziek worden gekomprimeerd tot korte fragmenten door enerzijds extreem korte geluidssamples sekwentieel naast elkaar te plaatsen of door anderzijds uiteenlopende muzikale ideeën simultaan te doen klinken. Het eindresultaat is een soort overall form die speelt met onze waarneming van tijd, identiteit en differentiatie. Het is tegelijkertijd duidelijk en onvoorspelbaar, in zekere zin chaotisch maar absoluut niet luid of hektisch.
Dit stuk werd gekomponeerd in nauwe samenwerking met het elektrische gitaren-kwartet ZWERM. Na een eerste repetitie waarbij de performers zowel als de komponist experimenteerden met een meervoudige speaker-setup en met de simultaankombinatie van heterogeen muziekmateriaal, werd de tijd tussen de repetities gebruikt om het materiaal opnieuw te herorganiseren en te finetunen. In de uiteindelijke partituur speelt improvisatie weliswaar nog steeds een belangrijke rol, maar daarnaast liggen de struktuur, de spatialisatie en algemene kenmerken van de verschillende muziekteksturen vast."
Johannes Westendorp (Duitsland, 1979) studeerde eerste fase gitaar aan het Fontys Konservatorium in Tilburg bij Hein Sanderink. Hij volgde de Meestergraad opleiding met specialisatie hedendaagse muziek aan het konservatorium van Gent, waar hij zijn gitaarstudie bij Tom Pauwels afsloot. In 2010 behaalde hij een master Artistic Research aan de Universiteit van Amsterdam. Hij maakte verschillende klankinstallaties zoals de voorstelling Tijdwerk met vergankelijke en zelfvernietigende instrumenten (2005, Muzieklab Brabant), .../Obstructie voor tegenwerkende klankmachine (2008) en in samenwerking met Pieter Verhees Inside Mount Lu – een sonoor labyrint (2010). Als organisator en programmeur is hij verbonden aan DE LINK koncertserie voor nieuwe muziek in Tilburg. Westendorp schreef tevens het libretto voor de opera Halfgeleiders (voor Productiehuis Brabant).
Bruno Nelissen (Nederland, 1978) studeerde gitaar en kompositie aan het Fontys konservatorium in Tilburg, waar hij in beide hoofdvakken cum laude afstudeerde in 2002. Nadien heeft hij zich jarenlang gespecialiseerd op het gebied van opera en muziekteater. Zo schreef hij opera’s voor o.a. de Neukoellner Oper, Vocaal Lab Nederland (i.o.v. festival November Music), YO Int. Youth Opera festival, Kameroperahuis Zwolle, Cluster Klankkollektief, Oerol festival, Quink vokaal ensemble, Quatuor Danel, Egidius kwartet, Gaudeamus muziekdagen, Nadar Ensemble en de Volharding. In 2006 won hij de Berliner Opernpreis, uitgeschreven door de Neukoellner Oper. Ook drong hij in 2007 door tot de finale van de kompositiewedstrijd van het Groot Omroepkoor. Als gitarist speelt hij bij Mr. Probe, een initiatief voor interdisciplinaire experimenten en uiteraard ook bij ZWERM. Met deze ensembles speelde hij op festivals in België, Nederland, Oostenrijk, Frankrijk en Italië. Ook toerde hij in 2010 door Europa met de Nederlandse band BEAM, samen met de Amerikaanse lo-fi zanger Daniel Johnston.
Toon Callier (België, 1983) behaalde in 2006 zijn master klassieke gitaar aan het konservatorium van Antwerpen. In 2009 behaalde hij het ManaMa-diploma als 'solist in de hedendaagse muziek’ aan het konservatorium van Gent. Hij volgde er gitaarlessen bij Tom Pauwels (Plus-Minus,...). Toon’s solorepertoire voor zowel klassieke als elektrische gitaar bevat muziek van Hans Werner Henze, Steve Reich, Lois V Vierk, George Crumb, Fausto Romitelli, Larry Polansky, ... Toon Callier is medeoprichter van ZWERM en tevens artistiek assistent bij het Antwerps platform voor hedendaagse muziek en klankkunst Champ d'Action. Daarnaast is hij als uitvoerder betrokken bij ensembles als Nadar, Besides en The Brussels Philharmonic.
Matthias Koole (België, 1982) is aktief als gitarist in gekomponeerde en geïmproviseerde hedendaagse muziek. Hij studeert bij Tom Pauwels, is stichtend lid van ZWERM en speelt regelmatig met ensembles zoals Champ d'Action en Collectief Reflexible. Als freelance gitarist heeft hij ook gespeeld met Ensemble Cairn uit Parijs en The Brussels Philharmonic. Hij is tevens aktief in verschillende kamermuziekformaties met onder meer Kobe Van Cauwenberghe, Saara Rautio, Katelijne Lanneau, ...
Audiovoorbeelden van ZWERM kan men op voorhand beluisteren op: www.myspace.com/zwerm
(Dit koncert komt tot stand met steun van de Hogeschool Gent - School of Arts)
<M&M> Low Level
woensdag 19 oktober om 20u
"In computer science, a low-level program-ming language is one like assembly langu-age that contains rudimentary micropro-cessor commands."
[Bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Low-level_programming_language]
Low Level is vooreerst een begrip dat voortkomt uit de wereld van komputerprogrammeurs. Het was alweer lang geleden dat we voor een tema eens te rade gingen op WikiPedia, dus nu we de definitie onder de knie hebben, rest ons slechts de invulling van het koncert. Vooraleer u echter denkt aan een voorstelling vol halfwerkende apparaatjes, pedaaltjes en lo-fi kassettespelers, willen we u voor het gemak meegeven dat het begrip in de figuurlijke zin aanleiding geeft tot tal van associaties. Low Level kan evengoed staan voor de basis, het laagste van het laagste, het diepste, Geos, grondwerk, vloerdans, ... Het hoeft niet te verwonderen dat dit alles aanzet geeft tot fantaseren en brainstormen en daarom gaan we in dit koncert evengoed de toer van de veredelde kitsch op.
Of, we kunnen het eens over de letterlijke boeg gooien, met de lage, sonore bassen waar ons robotorkest zo bedreven in is. De infrasonie is dan ook een niet te verwaarlozen invalshoek. U hoort dit gedemonstreerd in een wel zeer eigenzinnige orkestratie van een nummer van SOAD, gezien door de laag bij de grondse bril van Sebastian Bradt.
Ons artistiek team bestaat verder zoals elke maand uit onze vaste waarden Moniek Darge, Barbara Buchowiec, Xavier Verhelst, Helen White, Kristof Lauwers en niet te vergeten twee special guest performers: Marjolijn Zwakman en Dominica Eyckmans. Algemene leiding en supervizie zijn in handen van Godfried-Willem Raes.
Tiptoe Company (BE)
dinsdag 25 oktober om 20u
Programma:
- Sonant (Mauricio Kagel)
- TACTICS (Nico Sall)
- Simmetrie d'Oggetti (Fausto Romitelli)
- Een aantal werken van Mauricio Pisati
Quote: The Tiptoe Company does exactly what it says: tiptoe along the borders of silence, exploring the possibilities of quietness. De Gentse Tiptoe Company ontstond als ‘ensemble van 'delikate intrumenten' en wordt gecoached door het Ictus en Spectra Ensemble in het kader van een ManaMa Hedendaagse Muziek aan het konservatorium van Gent. Momenteel spelen gitaar, blokfluit, harp en kontrabas de hoofdrollen en worden kreaties gekombineerd met repertoire dat op de één of andere manier speelt met 'verstilling' of met het beperkte volume van de instrumenten. Eveneens is de relatie tussen instrumentale aktie en de voortgebrachte klank een vertrekpunt voor zogenaamd 'muziekteater op mikronivo'; iets wat eigenlijk inherent is aan elke vorm van live muziek.
De musici van Tiptoe Company zijn daarnaast elk aktief in heel diverse genres en projekten. Zo is blokfluitiste Ruth Van Killegem - solist in ensembles als Il Gardellino, Collegium Instrumentale Brugense en More Maiorum - geen onbekende in de barokwereld.
Gitarist Jona Kesteleyn vormt sinds jaren een duo met Ruth. Samen namen ze in 2006 de CD Pas de Tango op, met kreaties van onder meer Kris De Baerdemacker en Ward De Vleeschhouwer. Jona is daarnaast aktief in orkesten en ensembles en zette zijn eerste stappen in de teaterwereld met de groep Vi.
Pieter Lenaerts trok dan weer naar New Delhi om er een Cd op te nemen met zijn Indische kompanen op sarod en tabla. Als freelance kontrabassist speelt hij bij DeFilharmonie en het Nationaal Orkest, en bestudeerde hij op eigen houtje de muziek van Scodanibbio, Grillo en Partch.
Harpiste Jutta Troch is lid van Besides en Nadar Ensemble en organiseert het What's Next Festival. Momenteel speelt ze ook bij de alternatieve popgroep Dez Mona. In deze produktie wordt Tiptoe Company tot slot bijgestaan door perkussionisten Ruud Roelofsen en Jonas D’haese.
Mauricio Kagel: Sonant (1960) voor kontrabas, gitaar, harp en twee slagwerkers
- Faites votre jeu I
- Marquez le jeu (à trois)
- Pièce touchée, pièce jouée
- Faites votre jeu II
- Fin I
Sonant en het bijna gelijktijdig ontstane Sur Scène worden beschouwd als de eerste muziekteatrale komposities van Mauricio Kagel. In Sonant gaat het niet in de eerste plaats om de toevoeging van teatrale elementen als extraatje bij de muziek, maar om aktie als resultaat van het musiceren zélf. De fragiele grens tussen muziek maken en akteren wordt hier letterlijk onderwerp van de kompositie.
De muzikanten lijken hun instrumenten af te tasten en gelijktijdig alle klankmogelijkheden uit te proberen. Hierbij wordt het vizuele aspekt van het produceren van een bepaald soort klank even aantrekkelijk als de klank zélf. Kagel schrijft voor om ‘zo stil mogelijk’ te spelen. Het volume van de gitaar werkt daarbij als graadmeter; ze wordt hypotetisch het luidste instrument voorhanden en zo ontstaat een heel ongebruikelijk soort kamermuziek.
Af en toe moeten de musici uit hun rol van traditioneel podiummuzikant vallen: ze maken verbale geluiden tijdens het spelen, wat doet denken aan jazzmusici die zingen, grommen of (vaak volstrekt overbodige) kommentaar geven tijdens hun spel. Wanneer cues worden gegeven aan elkaar of de puls met handgebaren wordt gedirigeerd, vraagt de toeschouwer zich terecht af of hij nu zit te kijken naar een koncert, naar een open repetitie of zelfs een enscenering ván die repetitie. Sonant is, kortom, een bijzonder en uiterst dubbelzinnig werk waarin de grens tussen het echte en het geakteerde griezelig dun is.
Maurizio Pisati: Studi II (1990) voor gitaar en Odolghes (2006) voor gitaar en kontrabas
Studi II is een korte studie uit Sette studi per chitarra, geschreven voor Elena Casoli die de integrale reeks kreëerde in 1990 in Darmstadt als gast tijdens de Ferienkurse für Neue Musik. Met deze studies had Pisati de ambitie om een nieuw koncept van de gitaar en haar interne klankwereld voor te stellen. Vertrekkende van het vaak als problematisch beschouwde beperkte volume van het instrument, gaat Pisati nu net op zoek naar de kwaliteit van het nauwelijks hoorbare. Gedempte noten en tremoli, glissandi, harmonieken, net-niet-harmonieken en glijden over de snaren, kortom alle 'onkonventionele' technieken nemen hierin de bovenhand op traditioneel gitaarspel.
Odolghes is een duo voor gitaar en kontrabas dat deel uitmaakt van het imaginair muziekteater Theater of Dawn. Pisati woont aan de voet van de Alpen en haalt zijn inspiratie uit legendes over berggeesten die ’s morgens vroeg rondzwerven bij de overgang van halfdonker naar licht – een moment dat door de komponist zelf vaak wordt aangegrepen om zijn eerste ideeën op papier te zetten. De zesde Studi voor gitaar vormde het basismateriaal voor Odolghes.
De Italiaanse bad boy Fausto Romitelli stond bekend om zijn aan rock, drugs en psychedelika refererende werken voor grote ensembles, zoals An Index of Metals en Professor Bad Trip. Hij studeerde eerst bij Franco Donatoni aan de Accademia Chigiana in Siena en werd later gedurende enkele jaren 'compositeur en recherche' aan het Ircam in Parijs. Daar werd hij beïnvloed door komponisten als Grisey, Murail en Dufourt. In Simmetrie d'ogetti (1988) dat hij als jonge twintiger schreef, komt hij onverwacht uit de hoek met een fijnzinnig duo voor blokfluit en klassieke gitaar. De harmonieken, arpeggio's en glissandi in de gitaarpartij vermengen zich met de delikate klankwereld van de blokfluit, dat alles meanderend op de grens der stilte. In dit jeugdwerk hoort men tevens een geleidelijke ontwikkeling van loop-achtige strukturen en de suggestie van meervoudige klanklagen, allemaal elementen die Romitelli's latere output zullen kenmerken.
Nico Sall vertelt het volgende over zijn TACTICS (2011) voor blokfluiten, gitaar, kontrabas, harp en electronics: "Het opzet is het volgende: de electronics bestaan uit een customised analoog circuit dat voornamelijk ruisklanken genereert. Verschillende kontaktpunten van het circuit zijn verbonden met stukjes geleidende tape die zijn aangebracht op de hals van gitaar en kontrabas. Beide instrumenten worden op die manier een onderdeel van het elektronisch circuit. Door het louter aanraken van de snaren wordt het signaal langs een andere weg omgeleid, waardoor de morfologie van de klank verandert.
Twee afzonderlijke elementen uit mijn vroeger werk zijn essentieel om Tactics te kaderen en te motiveren. Enerzijds is er het aspekt van ver doorgedreven kompleksiteit en individualiteit binnen verschillende partijen van een muziekstuk. Een aspekt dat voor het eerst opduikt in Modular Element Series (2006), een stuk voor variabele bezetting waarbij de muzikanten hun partij enkel individueel mogen instuderen en op de uitvoering geen rekening mogen houden met samenspel. De partijen in dit stuk zijn opgebouwd volgens grafische modellen per parameter die voor elke partij verschillend, maar op een matematische manier aan elkaar gerelateerd zijn. Deze procesmatige aanpak boeit me in hoge mate -naast het feit dat hierdoor, althans op makronivo, estethische keuzes van de komponist miniem zijn- omdat het een performatieve dimensie toevoegt aan het werk. (...)
Aansluitend bij het performatief aspekt is er in de eerste plaats het stuk Perspectives vII (2008) voor viool en electronics. Hierin dient een bewegingssensor op de boog van de viool als interface voor live processing (granulaire synthese). De boogstreken, die aan de basis liggen van de klankproduktie, sturen in dit stuk de manipulatie van diezelfde klank. Die interaktie tussen elektronika en de uitvoerder in dit stuk sluit voor mij nauw aan bij Tactics. Ook hier wordt de elektronika tussen de eigenlijke klank van het instrument en het spelen als fysieke handeling geplaatst. Het procesmatige is aanwezig in de manier waarop bij de gitaar en de kontrabas, die via het circuit aan elkaar verbonden zijn, de klank gevormd wordt door de kombinatie van hun individuele handelingen."
Nico Sall (1982) studeerde piano aan het MAGO in Gent waar hij ook naar de kunsthumaniora ging. Hierna studeerde hij aan het konservatorium van Gent bij Lucien Posman, bij wie hij in 2006 zijn meestergraad kompositie behaalde. Sall's stukken werden uitgevoerd door onder meer Goeyvaerts Strijktrio, Danel Kwartet, Nadar Ensemble, ZWERM, Mr Probe en dat alles kon men meemaken op TRANSIT festival, November Music en de Week van de Hedendaagse Muziek. Samen met Younes Zarhoni (zang) en Matthias Koole (gitaar) vormt Nico Sall (analoge elektronika) de groep Spandau, waarin improvisatie, traditionele Arabische zang en elektronika centraal staan.
|